In This Issue

Jump to Page

1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 | 31 | 32 | 33 | 34 | 35 | 36 | 37 | 38 | 39 | 40 | 41 | 42 | 43 | 44 | 45 | 46 | 47 | 48 | 49 | 50 | 51 | 52 | 53 | 54 | 55 | 56 | 57 | 58 | 59 | 60 | 61 | 62 | 63 | 64 | 65 | 66 | 67 | 68 | 69 | 70 | 71 | 72 | 73 | 74 | 75 | 76 | 77 | 78 | 79 | 80 | 81 | 82 | 83 | 84 | 85 | 86 | 87 | 88 | 89 | 90 | 91 | 92 | 93 | 94 | 95 | 96 | 97 | 98 | 99 | 100 | 101 | 102 | 103 | 104 | 105 | 106 | 107 | 108 | 109 | 110 | 111 | 112 | 113 | 114 | 115 | 116 | 117 | 118 | 119 | 120 | 121 | 122 | 123 | 124 | 125

L'AVENIR ÉNERGÉTIQUE DU BÂTI EXISTANT BRUXELLOIS : ENTRE PERFORMANCE ET PRÉSERVATION DE ENERGIETOEKOMST VAN DE BRUSSELSE GEBOUWEN: TUSSEN BEWAREN EN PRESTEREN

EDITO

Erfgoed Brussel on line is het eerste digitale nummer van het gelijknamige tijdschrift. Het is gewijd aan het colloquium “De energietoekomst van de Brusselse gebouwen: tussen bewaren en presteren” en bevat de bijdragen van de studiedag die Brussel Stedelijke Ontwikkeling op 11 december 2014 in de Koninklijke Bibliotheek van België heeft georganiseerd.

Deze studiedag had tot doel een kader te bieden voor een gemeenschappelijke reflectie tussen alle besturen en actoren op erfgoed- en energiegebied om, op lange termijn, oplossingen uit te werken die een beter evenwicht moeten scheppen tussen het noodzakelijke behoud van de Brusselse gebouwen en het al even noodzakelijke streven naar betere energieprestaties. Om de problemen duidelijk af te bakenen en de krachtlijnen van toekomstige projecten uit te zetten, werden Brusselse en buitenlandse specialisten die op uiteenlopende terreinen actief zijn – energiedeskundigen, architecten, kunsthistorici, ingenieurs… – uitgenodigd om hun ervaringen, ideeën en standpunten met ons te komen delen.

Vertrekkend vanuit een algemene voorstelling van de problemen door Michael Govaert en Manja Vanhaelen, en doorheen de regelgevende teksten en de vragen die de professionals hebben rond hun toepassing en hun doelstellingen, liet het programma van de studiedag ook veel ruimte voor casestudy’s. De problematiek van de verbetering van de energieprestaties werd in eerste instantie vanuit regionaal oogpunt benaderd, want de beoogde reductie van het energieverbruik dient van de hele stedelijke context uit te gaan, zoals Julien Bigorgne onderstreepte, en niet louter vanuit het individuele gebouw. Het is deze bredere dimensie die in praktijk wordt gebracht in het beheersplan van Le Logis-Floréal, die door Guido Stegen en Jonathan Fronhoffs werd voorgesteld. Deze vernieuwende regelgevende tekst inzake erfgoedbeheer in Brussel trekt de krijtlijnen voor de conservatie van het grootste beschermde geheel van het Gewest en bepaalt duidelijk welke interventies zijn toegestaan. Zo heeft het Gewest een welomlijnd kader ontwikkeld waarbinnen conservatiedoelstellingen kunnen worden verwezenlijkt door geval per geval in te grijpen op de gebouwen, rekening houdend met aspecten als energie, onderhoud, comfort, economie…

Specifieke vragen rond de diagnoses die aan de interventies op de gebouwen voorafgaan, kwamen aan bod in de lezingen van Julien Borderon en Roald Hayen: eerstgenoemde analyseerde de problematiek van thermische simulaties die op oude gebouwen worden toegepast, laatstgenoemde besprak, op basis van het praktijkgeval van de Veeartsenijschool, het risico op pathologieën dat inherent is aan binnenisolatie.

Doordat het begrip “erfgoed” in de loop van de jaren sterk is verruimd, hebben we voor onze voorbeelden gekozen voor de renovatie van twee sociale woontorens. Zo konden we ook aandacht besteden aan de toekomst van deze gebouwen, waarvan de erfgoedwaarde vaak wordt betwist en die soms met sloop worden bedreigd terwijl ze over uitstekende troeven voor een mogelijke renovatie beschikken. Via deze twee praktijkgevallen werden ook de onderliggende problemen inzake grijze energie, de duurzaamheid van de voorzieningen en de culturele waarde van deze gebouwen belicht.

Tot slot werd ruime aandacht besteed aan de acties op het terrein en de projecten voor beter energiebeheer in de gebouwen, de sensibilisering van de bewoners en de opleiding van de professionals. Zo konden we kennis nemen van de positieve balans van het Plan voor Lokale Actie voor het Gebruik van Energie (PLAGE) van Leefmilieu Brussel en van de gezamenlijke opleidingsprojecten voor energiedeskundigen/architecten-restaurateurs van het WTCB; zo ook konden we de nieuwe uitdagingen belichten waarvoor de professionals bij de renovatie van de Brusselse gebouwen zullen komen te staan om hun energieprestaties te verbeteren zonder hun architecturale en structurele eigenschappen aan te tasten.

Doorheen al deze thema’s en de diverse evaluatieschema’s voor de behandelde problemen, zijn sterke punten van overeenkomst aan het licht gekomen: de zekerheid dat er geen wondermiddel bestaat, dat twijfel noodzakelijk is, dat de complexiteit van de objecten waarop we werken reëel is en beter in rekening moet worden gebracht, dat experimenten en evaluaties essentieel zijn en, vooral, dat de bewoner centraal moet staan in al onze interventies. Deze bevindingen kunnen ons alleen maar aansporen om samen de uitdagingen van de stad van morgen aan te gaan.

Thierry Wauters

Directeur



7