ON LINE ERFGOED BRUSSEL – STUDIEDAG – 11/12/2014
T01: Tabel van de beschermde huizen
T02: Technische voorschriften
T03: Onderzoeksrapporten
T04: Eenheid in verscheidenheid
T05: Aanpassingen aan de huidige behoeften
T06: Inventaris – gebruiksaanwijzing
P01: Catalogus van het klein patrimonium
P02: Constructiedetails
P03: Themakaarten
PO4: A4-uittreksels uit de plannen P11, P12, P13, P21
P10: Huizentypes, Le Logis
P20: Huizentypes, Floréal
P11, P12, P13, P21: Inplantingsplannen van de huizen in de wijken.
Deze documenten vormen één geheel, zoals de tuinwijken zelf. Ze verwijzen naar mekaar en beschrijven zodoende de ‘eenheid in verscheidenheid, verscheidenheid in eenheid’. Het boekdeel met huizentypes (P10 en P20) toont bijvoorbeeld welke ramen er in een bepaald huizentype aanwezig zijn. De catalogus voor klein patrimonium (P01) toont die ramen en verwijst naar de details waaruit de ramen zijn opgebouwd. De constructiedetails (P02) tonen die details. Etc. De teksten en tekeningen beschrijven wat de oorspronkelijke en bestaande toestand was, en welke aanpassingen zijn toegelaten. Zo werkt het beheersplan: een wisselwerking tussen de verschillende boekdelen zodat men, vertrekkend van de lastenboeken en detailplannen, weet welke concrete werken zijn toegelaten op elke specifieke plaats (huis, element, detail).
AANPASSING AAN DE HUIDIGE BEHOEFTEN MET BETREKKING TOT BINNENKLIMAAT EN ENERGIE
In boekdeel T05 wordt toegelicht hoe de toegelaten werken tegemoet komen aan de huidige behoeften op het vlak van energie, comfort, akoestiek en veiligheid. Het legt de verbanden uit tussen die thema’s. Het wijst de eigenaars ook op bepaalde tegenstrijdigheden die bestaan tussen de doelstellingen van deze verschillende thema’s. In dit boek T05 wordt de relativiteit van bepaalde werkzaamheden uiteengezet. Het beheersplan verwacht en vraagt:
• de prioriteiten bepalen in functie van de beschikbare financiële middelen;
• de werken in de goede volgorde uit te voeren;
• te beseffen dat winst op een bepaald gebied verlies op een ander gebied kan inhouden;
• keuzes te maken die aangepast zijn aan de specifieke woning waarin men woont en aan de woning zoals ze zal zijn na de werken;
• niet te onderschatten hoe groot de energiebesparing kan zijn van eenvoudige en kleine gewoonten en ingrepen in vergelijking met deze die grote investeringen vergen.
Het ontstaan van het energieluik in het beheersplan
De maatregelen in het beheersplan met betrekking tot comfort in het binnenklimaat en energieprestatie zijn niet los te koppelen van een ontwikkeling van regelgeving en van studies die de uiteindelijke goedkeuring van het beheersplan zijn voorafgegaan.
• Energieprestatie en Binnenklimaat (EPB)
12/12/2002: Europese Richtlijn
21/12/2007: Regeringsbesluit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest m.b.t. EPB
19/05/2010: Aanpassing Europese Richtlijn
21/02/2013: Wijzigingsbesluit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest m.b.t. EPB
• Centre d’Étude et de Recherche et d’Action en Architecture (CERAA) 2009-2011: Audit énergétique des maisons classées des cités jardins Le Logis et Floréal
• A telier parisien d’urbanisme (APUR) 2013: Amélioration des performances énergétiques du bâti ancien de la Région Bruxelles-Capitale. Studie uitgevoerd op vraag van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
• CENERGIE
April-mei 2014: Energieaudit van twee huizen van Le Logis, zoals beschreven in het beheersplan, met inachtname van de energieen comfortmaatregelen die voorzien zijn in het Beheersplan voor Erfgoed
De energiestudie en -audit van CERAA uit 2009-2011 vertrok van de EPB-norm, om dan te zien of die te verzoenen is met het patrimonium en met een globale3 budgetplanning. Dat was niet het geval en de moeilijkheid bleef bestaan om te bepalen welke maatregelen de voorkeur moesten krijgen bij een patrimonium- en energiebeleid dat voor de hele tuinwijk kon worden volgehouden, zowel technisch als financieel (financiering en subsidiering).
Omwille van de erfgoedwaarde is het niet mogelijk om het aspect energiebesparing louter te behandelen op basis van prestaties noch om standaardoplossingen te gebruiken op het vlak van energiebesparing. Het ontwerp van de tuinwijk, de bewoning, de geschiedenis en de bekendheid ervan zijn aspecten van duurzaamheid. Voor de energietransitie in Le Logis - Floréal moeten de voorgestelde oplossingen rekening houden met alle criteria in verband met het behoud van het erfgoed. Deze woningen zijn oorspronkelijk uitgerust met talrijke middelen en spitsvondigheden die een zeker comfortniveau bieden en beschermen tegen koude (sassen en indeling van de ruimtes), en oververhitting (luiken, inertie), enzovoort.
42 | De beschermde huizen van de tuinwijk Le Logis - Floréal