ONLINE BRUSSELS HERITAGE - ONE-DAY SEMINAR - 11/12/2014

Les maisons classées des cités-jardins Le Logis et Floréal : adaptations aux besoins actuels en énergie et en confort

Les cités-jardins Le Logis et Floréal forment un ensemble cohérent de rues, de places, de chemins et de bâtiments. L’équilibre général s’appuie sur le leitmotiv «l’unité dans la diversité, la diversité dans l’unité», qui préside par ailleurs à toute composition. Mais les besoins et les attentes changent; la performance énergétique et le confort n’y échappent pas. Au stade actuel, le plan de gestion – adopté après quinze ans d’évolution et premier de ce type en Région bruxelloise – concerne seulement l’enveloppe extérieure des maisons et vise prioritairement le maintien de la cohérence de l’ensemble, tout en permettant une réduction effective des besoins en énergie. Il permet de faire évoluer la situation d’origine, de différentes manières, en fonction de la performance recherchée et de manière compatible avec d’autres mesures. Les solutions doivent également rester équilibrées tant sur le plan technique que financier. Le plan de gestion s’est notamment attaché à cela en opérant une distinction entre les mesures de confort, pour l’augmenter tout en diminuant la demande en énergie, et d’isolation. En effet, beaucoup d’interventions liées au confort et au climat intérieur des bâtiments visent à réparer des dégradations constructives. Dans ce cas, les qualités patrimoniales du bâti sont peu, voire pas, concernées. En revanche, les mesures d’isolation, qui doivent freiner la conduction de l’énergie à travers l’enveloppe extérieure, sont plus intrusives et ont un impact sur la valeur patrimoniale du bâtiment. Ces mesures doivent donc être subordonnées à des critères d’efficacité, à évaluer précisément.

De beschermde huizen van de tuinwijk Le Logis en Floréal. Aanpassingen aan de huidige energie- en comfortbehoeften

De tuinwijken Le Logis en Floréal (1922-1940) vormen een samenhangend geheel van straten, pleinen, paden en constructies. De evenwichtige samenhang volgt het leidmotief ‘eenheid in verscheidenheid, verscheidenheid in eenheid’, in wezen de eigenschap van elke geslaagde compositie. De noden en verwachtingen veranderen; en dat geldt ook voor energieprestatie en comfort. Het goedgekeurde beheersplan viseert voorlopig slechts de buitenschil van de huizen en enkele ondergeschikte elementen in de omgevingsaanleg. Het plan is tot stand gekomen na een evolutie van bijna 15 jaar en beoogt in de eerste plaats het behoud van de samenhang; het laat tegelijk ruimte voor een toepasbare en effectieve vermindering van de energiebehoefte. De oorspronkelijke toestand mag op verschillende manieren worden aangepast, in functie van de beoogde performantie en van de compatibiliteit met andere maatregelen. De oplossingen moeten technisch en financieel evenwichtig zijn. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen comfortgerichte en isolatiegerichte maatregelen. De comfortgerichte maatregelen beogen tegelijk het verlagen van de energievraag en het verhogen van het comfort. De meeste van deze maatregelen staan in verband met de sanering van scheefgegroeide bouwfysische omstandigheden, en nopen tot weinig of geen veranderingen aan het erfgoed. Deze maatregelen verminderen de energievraag in het binnenklimaat. De isolatiegerichte maatregelen beogen het verminderen van energiegeleiding door de buitenschil. Deze maatregelen zijn meer ingrijpend ten aanzien van de oorspronkelijke erfgoedtoestand en zijn dan ook aan criteria van efficiëntie gebonden.

46 | The listed houses of the Le Logis and Floréal garden cities