In This Issue

Jump to Page

1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20 | 21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27 | 28 | 29 | 30 | 31 | 32 | 33 | 34 | 35 | 36 | 37 | 38 | 39 | 40 | 41 | 42 | 43 | 44 | 45 | 46 | 47 | 48 | 49 | 50 | 51 | 52 | 53 | 54 | 55 | 56 | 57 | 58 | 59 | 60 | 61 | 62 | 63 | 64 | 65 | 66 | 67 | 68 | 69 | 70 | 71 | 72 | 73 | 74 | 75 | 76 | 77 | 78 | 79 | 80 | 81 | 82 | 83 | 84 | 85 | 86 | 87 | 88 | 89 | 90 | 91 | 92 | 93 | 94 | 95 | 96 | 97 | 98 | 99 | 100 | 101 | 102 | 103 | 104 | 105 | 106 | 107 | 108 | 109 | 110 | 111 | 112 | 113 | 114 | 115 | 116 | 117 | 118 | 119 | 120 | 121 | 122 | 123 | 124 | 125
Print
to

DE ENERGIETOEKOMST VAN DE BRUSSELSE GEBOUWEN: TUSSEN BEWAREN EN PRESTEREN

andere gebouwen, waaronder twee woontorens die beschermd zijn als monument maar niet behoren tot het beheersplan.Hoewel ze op dezelfde manier zijn gebouwd, worden niet alle beschermde huizen beheerd als sociale huisvesting2; een vierde is privé en drie vierde is in beheer van sociale huisvestingsmaatschappijen.

LE LOGIS - FLORÉAL: EEN KWESTIE VAN SAMENHANG

Het geheel bestond uit twee coöperatieven, Le Logis en Floréal, die elk een centrum hadden, gekenmerkt door hoogbouw en centrumfuncties: kantoren, winkeltjes, en in Le Logis zelfs een theaterzaal. Het geheel omvat vier entiteiten, gekenmerkt door de kleur van de buitenschrijnwerkerij. Dat is geel voor Floréal. In Le Logis zijn er drie entiteiten : groen/wit, gebroken wit, en groen/zwart.

De tuinwijken zijn gebouwd volgens de ontwerpen van vier auteurs: Louis Van der Swaelmen, die de ruimtelijke structuur van de wijken, het aanlegplan getekend heeft, en drie architecten: Jean-Jules Eggericx, Raymond Moenaert en Lucien François. Meer dan 90% van de huizen was gebouwd volgens de plannen van Eggericx; Moenaert en François hebben een kleine honderdtal huizen getekend, alle gelegen in Floréal.

De 1.060 woningen zijn tot stand gekomen in zes werven en in 16 tekenfasen (of dossiers). De werffasen brengen door de wisseling van aanbestedingen, prijzen en aannemers een diversiteit mee in de technieken en details. Bij het opmaken van het beheersplan stuit men op die diversiteit en moet de vraag gesteld worden of dit een toevallige diversiteit is, zonder belang voor de verdere conservering, of een conceptuele diversiteit, die moet bestudeerd en bewaard worden?

De tuinwijken zijn een groot samenhangend geheel. Sinds enkele decennia poogt men te duiden wat precies het cement is van een samenhangend geheel. De gewone manier om grote gehelen te vormen is ‘bottom up’. Dat betekent dat men met gestandaardiseerde details naar een volgend niveau werkt, bijvoorbeeld bouwelementen (deuren, ramen, dakvormen…). Vervolgens worden deze samengebracht in een nog hoger schaalniveau, zoals gevels, huizen… Die groepeert men dan in combinaties van huizen, of huizengroepen. Het effect van zuiver bottom-up samenbrengen is dat er vele huizen identiek zijn, en dat er

Afb. 1

Woningen in het Brussels Hoofdstedlijke Gewest. (Guido Stegen, op basis van de “Inventaris van de Volkswoningen te Brussel”, Sint-Lukaswerkgemeenschap, Lagrou E., sept. 1985).

Afb. 2

De tuinwijken zijn beschermd als geheel door het Regeringsbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Gewestregering van 15 februari 2001 en 6 december 2007 (© ARSIS).



39